Normaal gesproken doe ik vaak mee met de dodenherdenking op 4 mei. Van het Joods Monument aan de Verlengde Hereweg naar het Oorlogsmonument van Sint Joris en de Draak op het Martinikerkhof naast de Martini. En ook eerder op de dag al bij de gebruikelijke kransleggingen bij de twee monumenten bij het stadhuis, waaronder de vrij recente voor de zes in de Tweede Wereldoorlog vermoordde oud-raadsleden. Één van het was Johannes Swint. Johannes Swint was in 1939 raadslid voor de Communistische Partij Nederland. In de jaren voor de oorlog was hij actief in de Rode Hulp, die onder andere hulp bood aan politieke vluchtelingen uit de Emslandlager, concentratiekampen direct over de grens in Duitsland, waar meteen na de machtsovername van Nazi’s de eerste politieke tegenstanders, hoofdzakelijk communisten en sociaal-democraten opgesloten werden, te werk gesteld, vernederd, verminkt en vermoord. In de oorlog raakte hij betrokken bij verzetswerk, ondermeer door het helpen van onderduikers, het verspreiden van de illegale krant ‘het Noorderlicht’ en bij het oproepen tot staking tegen de anti-joodse maatregelen van de bezetter.
Oud en nieuw 43-44 werd Johannes Swint in zijn huis aan de Klaprooslaan in de Oosterparkwijk van zijn bed gelicht, meegevoerd en op het Linnaeusplein vermoord. Op de zelfde avond vonden nog meerdere moorden plaats, uit vergelding voor de liquidatie van collaborerende hoge rechercheur.
Op 4 mei 2017 woonde ik een indrukwekkende kranslegging en bijeenkomst bij in het gebouw van de speeltuinvereniging in de Oosterpark, waar Johannes Swint voor en tijdens de oorlog voorzitter van was. Meerdere sprekers namen het woord en vertelden onder andere hoe communistisch verzet na de oorlog vanwege de Koude Oorlog onvoldoende op waarde is geschat. Meest onder de indruk was ik van het verhaal van een kleindochter van Swint, die toen de vluchtelingencrisis door de oorlog in Syrië gebrekkige opvang aan de grenzen van Europa aanhaalde en de inzet van haar opa voor vluchtelingen direct aan de actualiteit koppelde. En dat terwijl in de paar jaren ervoor mede door extreemrechtse groeperingen opgefokte rellen, vernielingen en bedreigingen aan de orde van de dag waren geweest tegen overheden en politici die pleitten voor een humanitaire opvang van Syrische vluchtelingen, die sinds de burgeroorlog in Syrië vanaf het jaar 2015 naar Europa vluchtten en waar ook in Nederland opvang nodig was en in gereedheid werd gebracht.
De plaquette – met daarop een en profil beeltenis van het gezicht van Johannes Swint – was al tijdens de oorlog vervaardigd door de in Groningen bekende beeldhouwer Willem Valk, aan de hand van het dodenmasker van Johannes Swint. Dat dodenmasker had gemaakt kunnen worden nadat verzetsmensen zijn lichaam uit het Academisch Ziekenhuis hadden weten te ontvreemden. Daarna was hij op 6 januari 1944 gecremeerd. De plaquette werd in augustus 1945 onthuld in een monument, maar jaren later werd het monument verwijderd en geplaatst in het gebouw van de speeltuinvereniging Oosterpark.
Onthulling monument voor Johannes Swint in augustus 1945
Sinds enige jaren hebben nabestaanden van Johannes Swint zich er voor in om de plaquette op een minder verborgen en meer publieke plek in een monument herplaatst te krijgen. Burgemeester den Oudsten heeft zich daar voor ingezet en ook de coöperatieve wijkraad Oosterpark heeft zich ervoor ingespannen. Op 16 april, de dag dat de stad Groningen in 1945 werd bevrijd, werd de plaquette herplaatst in een speciaal daarvoor opgerichte monument aan het Linnaeusplein, waar Swint in 1944 was vermoord.
Vandaag herdenk ik op deze dodenherdenking in het bijzonder Johannes Swint. Vanmiddag kocht ik een mooi boeket bij Bloemenhuis Flora en heb die bij het hernieuwde monument voor hem op het Linnaeusplein gelegd.
Pingback: Simon Hartog van Hasselt 1879 – 1944 | Benni Leemhuis